Een van de drie belangrijke stilistische subcategorieën van Japanse Imari is de Japanse Kakiemon-stijl. De Kakiemon decoratie werd tijdens de Tokugawa-periode (603 – 1867) in 17de eeuw, rond 1640, door Sakaida Kakiemon in Arita geperfectioneerd en verder door de verschillende generaties van de Sakaida familie uitgevoerd. Dankzij het succes van de familie werden ook in andere regio’s door verschillende pottenbakkers Japanse Imari vazen in Kakiemon-stijl vervaardigd. Het blijkt in de praktijk maar moeilijk om de Japanse Imari vazen die door de Sakaida familie zelf werden vervaardigd uit elkaar te houden met de Japanse Imari vazen, Japanse schotels of Japanse kommen in algemene Kakiemon-stijl.
Japanse Kakiemon vazen zijn een toonbeeld van fijn Japans porselein. De decoratieve versieringen werden in onderglazuurblauw of bovenglazuur gekleurd email aangebracht. Opvallende kleuren als azuurblauw, turkoois en ijzerrood, en soms ook bladgoud werden als bloem- of vogelmotief in de Japanse schilderstijl ‘yamato-e’ met veel ruimte tussen elkaar aangebracht op een melkwitte ondergrond. Deze witruimte had op de Japanse Kakiemon vazen had een grote esthetische waarde, ‘nigoshi-te’ genoemd, ofwel ‘schoonheid van de ruimte’. Deze decoratie-techniek doet uiteraard meteen denken aan de Chinese ‘famille verte’ uit de Kangxi-periode en vermoedelijk zijn ze ook verwant aan elkaar. Een van de meest bekende ontwerpen op de Japanse Kakiemon schotels of Japanse vazen is het kwartelpatroon met kleine kwartels die genesteld zitten tussen takjes en gebladerte. Deze Japanse schotels met kwartelpatroon waren erg gezocht bij Nederlandse kooplieden en werden dan ook naar Europa geëxporteerd en geïmiteerd wat erin resulteert dat authentieke antieke Japanse Kakiemon zeldzamer is dan de Europese imitaties. Daarom zal een expert bij taxatie rekening houden met eventuele merktekens en stempels maar ook bij de vorm, die meestal vierkant, zeshoekig of achthoekig was, en de kwaliteit van de kleurrijke glazuurdecoratie.